Herstelfonds Kerk in Actie helpt Syrische kerken weer opbouwen
“Ik dacht dat de oorlog het ergste was wat we konden meemaken, maar het werd nog erger.” De Syrische bisschop Boutros Kassis weet eigenlijk niet hoe het verder moet. Sociaal-economisch zit Syrië aan de grond. Het herstel van kerken en andere gebouwen geeft hoop. Met een speciaal herstelfonds helpt Kerk in Actie daarbij.
Internationale sancties
De oorlog in Syrië heeft in de loop van de tijd een ander gezicht gekregen. “Het militaire geweld is bijna overal voorbij. Alleen langs de noordgrens en in de omgeving van de provincie Idlib is de situatie nog onveilig”, zegt Dick Loendersloot, noodhulpcoördinator van Kerk in Actie in het Midden-Oosten. “Bij elkaar gaat dit om ongeveer 5 procent van het land. Het grootste deel van Syrië is terug in handen van de regering. Dat wil niet zeggen dat de oorlog voorbij is: die wordt nu op economisch vlak uitgevochten. De internationale sancties zijn daarbij de belangrijkste wapens.”
Tragische situatie
Praat je met mensen in Syrië, dan is de dramatische situatie waarin hun land zich op dit moment bevindt het eerste waar ze over beginnen. “De Syrische pond heeft maar liefst 98 procent van zijn waarde verloren. De prijs van een Amerikaanse dollar is op dit moment 4.500 pond. Ter vergelijking: vóór de crisis kostte een dollar 50 pond”, vertelt Ghassan Chahine uit Damascus. Hij is vertegenwoordiger van de Middle East Council of Churches (MECC), de regionale Raad van Kerken in het Midden-Oosten.
Onder armoedegrens
Hij somt een lange lijst op met gevolgen van de economische crisis. Een greep daaruit: “De olie- en gasbronnen zijn niet meer in handen van de staat, de meeste industriële productie is stilgevallen en ook de landbouw en veeteelt zijn ingestort. Zo’n 40 procent van de bevolking is Syrië ontvlucht, bedrijven verloren daardoor kundig personeel. Door de enorme geldontwaarding en door de economische sancties is er moeilijk aan eerste levensbehoeften te komen, of ze zijn heel duur. Op dit moment leeft 90 procent van de Syrische bevolking onder de armoedegrens. Voor 60 procent dreigt er honger.”
Kinderen moeten werken
Boutros Kassis, bisschop van de Syrisch-Orthodoxe Kerk in Damascus, vult aan: “Stroomstoringen van twintig uur per dag zijn geen uitzondering en door een tekort aan brandstof kunnen we de huizen niet meer verwarmen. Daardoor hebben we een van de koudste winters achter de rug.
Wat nog erger is: de armoede dwingt ouders ertoe om hun kinderen van school te halen en aan het werk te zetten om het gezinsinkomen aan te vullen. Dit werkt leerachterstand, uitbuiting en criminaliteit in de hand. De situatie in Syrië is in alle opzichten tragisch. De uitdagingen waar we nu voor staan, zijn misschien wel groter dan tijdens het militaire geweld. We dachten toen dat dat het ergste was wat we konden meemaken, maar blijkbaar kan het nóg erger.”
Terugkeer
Het einde van het militaire geweld zorgt er wel voor dat kapotte gebouwen kunnen worden hersteld. Om kerken in Syrië hierbij te helpen, is er het Herstelfonds: een samenwerking van Kerk in Actie en de MECC, waarbij twaalf kerkgenootschappen zijn aangesloten. “Het fonds begon ermee om de onderlinge verschillen tussen de kerken te overbruggen en als eenheid te staan voor het uiteindelijke doel: het herstel van ‘dode stenen’ om daarmee ‘levende stenen’ hoop te geven”, licht Dick Loendersloot toe. “Door het weer opbouwen van kerken, scholen, bejaardenhuizen en culturele centra geef je mensen hun gemeenschap terug, en daarmee hun hoop op een betere toekomst.”
Bisschop Kassis, bestuursvoorzitter van het Herstelfonds, beaamt dat: “Home is where the heart is. Iemand verlangt er áltijd naar om weer naar huis te gaan, hoelang hij ook is weggeweest of wat er op de plek van dat thuis ook is gebeurd. Daarom is het zo belangrijk om de terugkeer van mensen – christenen en moslims – mogelijk te maken.”
Harde werkers
Op de lijst van het Herstelfonds staan 76 gebouwen die opgeknapt moeten worden, door het hele land verspreid. Van elk gebouw dat wordt hersteld, betaalt de eigenaar – dus bijvoorbeeld de plaatselijke kerkelijke gemeente – minstens 30 procent van de kosten. Hoewel het herstel vordert, zorgt de economische situatie ervoor dat de bouwwerkzaamheden langzamer gaan dan gehoopt. “Syriërs zijn harde werkers, daar zit het ‘m niet in. Je ziet dat ook bij Syrische vluchtelingen in het buitenland: velen van hen starten een eigen bedrijfje en gaan niet bij de pakken neerzitten”, zegt Ghassan Chahine. “Het punt is dat internationale sancties de handel met Syrië vrijwel onmogelijk maken. Daarom is het ontzettend moeilijk om aan bouwmaterialen te komen. Ook de koersdaling van de Syrische pond is een groot probleem. Die zorgt ervoor dat wat we wél kunnen krijgen, niet te betalen is. Bedrijven vragen vaak meer geld dan we hebben, er gaat veel tijd zitten in onderhandelingen. Het is triest: de sancties zijn bedoeld tegen de regering, maar de burgers worden erdoor getroffen.”
Dick Loendersloot vult aan: “Je moet constant alert zijn. Als je hoort dat de koers van de pond in gunstige zin aangepast gaat worden, is dát het moment om contracten met leveranciers te tekenen. Het herstel van de gebouwen vraagt om een enorme flexibiliteit.”
Niet alleen
Voor de mensen in Syrië staat het als een paal boven water: het voortbestaan van de kerk is van cruciaal belang voor de stabiliteit in het land, omdat daarmee de sociale structuur wordt hersteld. Daarom zijn ze erg dankbaar voor de steun uit Nederland bij het herstel van gebouwen. Bisschop Kassis wil de donateurs van Kerk in Actie graag iets meegeven: “Jullie laten zien wat het is om één in Christus te zijn. Jullie voelen met ons mee in onze moeilijkheden en laten ons niet alleen. Dat geeft ons hoop. Hartelijk dank voor jullie financiële en morele steun. We hopen dat we op een dag iets terug kunnen doen.”
Help mee
Met een speciaal herstelfonds helpt Kerk in Actie de kerk in Syrië op te bouwen. Want herstel van de kerk betekent herstel van de gemeenschap, en hoop voor de toekomst! Doet je mee?
Bron: Kerk in Actie