Nierschade beter opgespoord door thuistest
Onderzoek naar het vroeg opsporen van nierschade met een eenvoudige urinetest blijkt succesvol. In 2019 en 2020 werden ongeveer 15.000 inwoners van 45 tot 80 jaar oud in de Gemeente Breda uitgenodigd voor het NierCheck-onderzoek. Meer dan de helft (59%) van de mensen deed mee door thuis urine te testen op eiwit. Bij 3.5% van hen bleek er sprake van nierschade, wat op termijn tot hart- en nierfalen kan leiden.
In Nederland hebben ongeveer 1,7 miljoen mensen chronische nierschade, maar een groot deel van deze mensen weet dit niet. Als we niets doen, wordt chronische nierschade in 2040 doodsoorzaak nummer 5 wereldwijd. Door nierschade vroeg op te sporen, kunnen mensen sneller behandeld worden en kan nierfalen beter worden voorkomen. Prof. dr. Ron Gansevoort van UMC Groningen heeft het NierCheck-project geleid: “De gevolgen van nierschade zijn enorm. In de eerste plaats voor de gezondheid van de betrokkenen en voor hun omgeving. Daarnaast voor de maatschappij vanwege de hoge kosten door dialyse, transplantatie en andere gezondheidsproblemen. Het onderzoek moest duidelijk maken of de NierCheck gezondheidswinst en kostenbesparing oplevert.”
Veelbelovende resultaten
Het NierCheck-onderzoek heeft aangetoond dat de Nederlandse bevolking graag meedoet met de simpele thuistest. Qua bevolkingsopbouw is Breda namelijk representatief voor de Nederlandse bevolking. Bijna elke deelnemer met verhoogd risico in de thuistest liet aanvullend onderzoek doen in het Amphia ziekenhuis, ondanks de COVID-19 maatregelen op dat moment. Van de mensen met aangetoonde nierschade ging uiteindelijk slechts 54% naar de huisarts voor behandeling. Vervolgonderzoek moet ertoe leiden dat meer mensen naar de huisarts gaan om zich te laten behandelen om dialyse, niertransplantatie en hart- en vaatziekten te voorkomen. De resultaten van het onderzoek zijn vandaag gepubliceerd in het belangrijkste internationale medische vakblad The Lancet. De eerste resultaten van het onderzoek naar de kosteneffectiviteit van de screening tonen dat de medische winst kan worden behaald tegen acceptabele kosten.
Vervolgonderzoek
De Nierstichting zet al langere tijd in op vroege opsporing van nierschade en is erg blij met de positieve resultaten. De onderzoekers, Amphia, de gemeente Breda, huisartsen en laboranten in de regio zijn er met de NierCheck in geslaagd goed samen te werken aan vroegopsporing. Om nog meer gezondheidswinst te behalen, hebben al deze partijen opnieuw de krachten gebundeld in een vervolgonderzoek in de regio Breda. Dit doen zij samen met Dutch CardioVascular Alliance, de Hartstichting, het Diabetesfonds, een groot aantal onderzoekers en verschillende private partners.
Annemiek Dorgelo, Programmamanager Preventie bij de Nierstichting: “Met dit vervolgonderzoek willen we naast nierschade ook hart- en vaatziekten en diabetes vroeg opsporen. Deze drie aandoeningen komen vaak samen voor en treffen veel mensen. Met een landelijke aanpak willen we de progressie van nierschade en complicaties zoals hart- en nierfalen voorkomen.” De komende jaren wordt ook onderzoek uitgevoerd in de regio’s Utrecht, Arnhem en Eindhoven. Het uiteindelijke doel is om na te gaan of dit tot een landelijk bevolkingsonderzoek kan leiden, bijvoorbeeld door de urinetest te combineren met het bestaande Bevolkingsonderzoek Darmkanker. Urine en ontlasting worden dan samen naar het laboratorium gestuurd om zo nierziekten en darmkanker op te sporen.
Aan de Niercheck hebben de volgende partijen meegewerkt:
In het project werkten het UMC Groningen, Amphia, huisartsen uit de regio Breda, Healthy.io, Copernicus en de Nierstichting samen. KPN Health zorgde via KPN E-Zorg voor de veilige data-uitwisseling binnen het project. Copernicus Interchange Technology realiseerde het platform dat de verschillende datastromen tussen betrokken partijen in goede banen leidde.
Link naar het volledige artikel in the Lancet.
Bron: Nierstichting